In het eerste artikel hebben we de vier soorten straatnaamborden gezien die in de binnenstad van Groningen het vaakst voorkomen. Maar wie deze frequente types heeft gezien, kent nog niet de hele variatiebreedte. Daarom hier: vier types straatnaamborden die zeldzaam zijn, maar meerdere malen voorkomen, en een aantal borden waarvan ik slechts één exemplaar heb kunnen ontdekken. Ook alle foto’s uit dit artikel (en nog veel meer) heb ik toegevoegd aan de Flickr-collectie.
Aan het begin van dit tweede deel van de lijst staan borden met daarop een Amerikaans lettertype. Borden van dit model zijn niet alleen in Groningen, maar in heel Nederland te zien:
De achtergrondkleur is lichter en de witte lijn dikker dan bij de meeste types uit het eerste deel. Ook zijn de borden voorzien van een reflecterend laagje. Het lettertype is gebaseerd op de Highway Gothic die in de jaren 40 in de VS is ontwikkeld. Dit ontwerp, ook FHWA-lettertype genoemd, bestaat in zes verschillende breedtes. In Nederland is voor de op een na breedste variant – serie E – gekozen (waarbij de smallere serie C wel eens te zien is, maar nauwelijks op straatnaamborden in Groningen). In Nederland kreeg het lettertype de naam ‘ANWB-Ee’ en is vanaf eind jaren 60 in gebruik geweest. Het is een humanistisch schreefloos lettertype. Dit soort letters bestaat, anders dan geometrische lettertypes, niet alleen uit eenvoudige vormen als cirkels en strepen, maar is (los) gebaseerd op handgeschreven letters. Daarom zien we hier een grotere vormvariatie binnen de letters. De keuze voor dit lettertype voor straatnaamborden betekende een harde breuk met de traditie: dit lettertype is niet ontworpen om elegant te zijn, maar in de eerste plaats met het oogmerk om leesbaarheid. Het is ook daarom dat niet enkel hoofdletters, maar ook kleine letters zijn gebruikt. Aangezien men dit lettertype in het hele land ging toepassen, is er sprake van sterke standaardisering. De borden zien er allemaal nagenoeg hetzelfde uit. Slechts één variant – met een iets geringere lijndikte – heb ik op enkele plekken gevonden, zoals hier:
Dit lettertype is in ieder geval tot aan het begin van deze eeuw gebruikt. Het heeft inmiddels concurrentie gekregen van de ANWB-Uu, een letter die we direct hieronder zullen bekijken. Ik weet niet of de ANWB-Ee inmiddels helemaal niet meer wordt gebruikt. In de binnenstad en de omliggende oude wijken is dit lettertype niet heel vaak, maar toch regelmatig te zien. In nieuwbouwwijken die in of na de jaren 70 zijn ontstaan, is deze stijl vrijwel de enige die je tegenkomt. Als we de borden in de hele stad naar frequentie zouden rangschikken, zou dit type bord zonder enige twijfel op één staan.
Op de borden van het volgende model staat als lettertype de bovengenoemde ANWB-Uu – de concurrent of opvolger van de ANWB-Ee. Dit is een lettertype dat exclusief voor Nederlandse straatnaam- en verkeersborden is ontworpen. Het is in ieder geval het nieuwste van alle hier getoonde ontwerpen:
In de benaming van de lettertypes die op ontwerpen van de Amerikaanse FHWA waren gebaseerd, duidde een letter verder achter in het alfabet een breder lettertype aan (F was breder dan B). Dit systeem is bij de benaming van het bovenstaande lettertype niet gevolgd (anders zou ‘Uu’ voldoende breed zijn om de hele gevel met het straatnaambord af te dekken). ‘Uu’ staat voor de beginletter van de achternaam van de ontwerper: Gerard Unger. De letterontwerpen van deze Nederlander kom je overal tegen: in wetenschappelijke tijdschriften (Gulliver), tot een paar jaar geleden in de officiële communicatie van de Duitse bondsregering (Demos & Praxis), in de krant (Capitolium in de Volkskrant, Swift in Trouw) en dus ook op straatnaamborden. Er was blijkbaar een controverse rond het ANWB-Uu-lettertype dat in de late jaren 90 is ontworpen en 2001 gepresenteerd. Rijkswaterstaat en de ANWB waren het oneens over het gebruik van dit lettertype dat in enkele opzichten bij hoge snelheden minder goed leesbaar zou zijn dan het Ee-lettertype. ANWB-Uu is inderdaad smaller dan het Ee-lettertype en sommige letters hebben sterker gesloten vormen. Sinds 2014 zou ook de ANWB het Uu-lettertype – volgens Wegenwiki – helemaal niet meer toepassen. Voor gemeentelijke borden is deze controverse toch niet van belang. En daarom hangen deze borden in veel recentelijk aangelegde straten in nieuwbouwwijken, maar ook een enkele keer in het stadscentrum of, zoals boven, in de wijk Kostverloren aan de westkant van de Stad.
Ook op de borden van de volgende soort staat een lettertype dat door een Nederlander is ontworpen, maar het is niet exclusief voor straatnaamborden gemaakt:
Op de borden met de wat verbleekte blauwe achtergrond en de dikke omlijsting staat de Nobel Grotesque, in 1929 ontworpen door Sjoerd Hendrik de Roos. De Roos, een Fries van geboorte, werkte toen voor de Lettergieterij Amsterdam (thans Tetterode). Zijn ontwerp was een sterker humanistische interpretatie van de zuiver geometrische Duitse lettertypes uit die tijd, zoals Futura. De Nobel is in een periode ontstaan waarin – naar mijn indruk – ook het geometrische lettertype dat ik in het andere artikel heb laten zien, zou kunnen zijn ontworpen. Je zou hieruit een vermoeden kunnen afleiden wanneer de borden met de Nobel zijn gemaakt. Dat zou kunnen zijn geweest toen net was besloten om de borden met het classicistische lettertype te gaan vervangen. Misschien waren de borden waarop de Nobel is toegepast, ook een stilistisch of technisch experiment dat niet uitpakte zoals verwacht. Qua stijl vind ik de borden in ieder geval niet minder elegant dan veel andere soorten. Maar op technisch vlak lijkt er inderdaad het een of ander aan te mankeren. Op bijna alle borden van dit type zijn namelijk de witte delen sterk vervaagd, de letters moeilijk leesbaar geworden. Ik was verbaasd toen ik het bovenstaande bord aan de Steenhouwerskade zag. Alle anderen borden van dit type die ik al had gefotografeerd, zagen er namelijk uit als een tweede bord dat eveneens aan de Steenhouwerskade hangt:
Van deze borden ben ik er zeven tegengekomen, waarvan de meeste binnen of net buiten de diepenring hangen. Ik heb er vast een paar over het hoofd gezien, maar als we van in totaal hooguit tien, vijftien borden van dit type uitgaan, duidt dit wel op een kleinschalig experiment van lang geleden.
Het volgende type straatnaambord heeft van vervaagde letters in ieder geval geen last (ook al lijkt de blauwe achtergrond ietwat te zijn verbleekt). Wat opvalt, is het hoogteverschil tussen de achtergrond en de letters – een soort van bas-reliëfeffect dat geen van de andere types heeft.
De letter is een smalle schreefloze die veel overeenkomsten vertoont met een Duits lettertype uit (alweer) de jaren 30. Het lettertype wordt DIN 1451 genoemd naar het nummer van de 1936 gedefinieerde norm waarin het ontwerp van de letters is beschreven. Het lettertype op het bovenstaande bord lijkt erg op de DIN Engschrift, de smalste van de drie varianten. Ik heb dit type bord eerst alleen maar in een deel van de zuidelijke binnenstad ontdekt, maar later ook aan de Korreweg. Het ligt voor de hand om ook in dit geval een niet-geslaagd experiment te vermoeden. De keuze om niet met dit lettertype verder te gaan, lijkt me in ieder geval goed te verdedigen: Het DIN-lettertype is zo kenmerkend (geworden) voor Duitsland dat het wellicht vreemd zou zijn om het op Nederlandse straatnaamborden te gebruiken. Als er een gebied is waarop Nederland geen Duitse import nodig heeft, dan is het typografie en letterontwerp. En in Duitsland hangen al ruim genoeg borden waarop dit lettertype wordt toegepast.
En dit was het dan – bijna. De bovenstaande borden en die uit het eerste artikel – in totaal acht verschillende modellen – zijn de types die ik vaker dan één keer ben tegengekomen. In het volgende laat ik nog twee borden zien waarvan er, voor zover ik weet, geen tweede is. Om te beginnen, is er deze stijl:
We zien hier een bord met een bijzonder donkere blauwe achtergrond. Ook bijzonder is de omlijsting die de hoeken van het bord waar de ophanging zit, uitspaart. Het is een klein bord waarop een lettertype staat dat ergens tussen de classicistische ontwerpen waarvan we twee in het eerste artikel hebben gezien, en de zogenaamde egyptiennes in lijkt te zitten. Egyptiennes zijn afgeleid van classicistische lettertypes, maar verschillen in twee opzichten: ze hebben ten eerste een minder scherp contrast (of soms helemaal geen) tussen de dikke en de dunne delen van de letter en ten tweede hebben ze schreven die ongeveer even dik zijn als de stammen van de letter. Op dit bord is er wel dik/dun-contrast aanwezig en zijn de schreven toch wat dunner dan de stammen. Is dat dan echt wel een egyptienne? Als ik het bord bekijk, krijg ik het idee dat het lettertype er oorspronkelijk anders uitzag. Het lijkt erop dat de letters gerekt zijn om ze smaller te maken. Vooral het bijna vierhoekige streepje is er een sterke aanwijzing voor dat met dit lettertype op een of andere manier is gerommeld. Waarschijnlijk is dit eigenlijk een classicistisch lettertype (wel met redelijk forse schreven) dat door de vervorming een beetje op een egyptienne is gaan lijken. Deze vervorming zegt iets over wanneer dit bord vermoedelijk is ontstaan: in het tijdperk van het loodzetten zou het vrijwel onmogelijk (of heel omslachtig) zijn geweest om de letters zo te rekken. Op een fotozetmachine – ook lichtzetmachine genoemd – behoorden dit soort vervormingen wel tot de mogelijkheden. Deze techniek is pas in de late jaren 40 van de 20e eeuw ingevoerd, dus het bord is in ieder geval in de tweede helft van de 20e eeuw ontstaan. Aangezien ik geen digitalisering van dit lettertype heb kunnen vinden, zou ik ervan uitgaan dat het bord tussen 1950 en 1990 is gemaakt – maar dat is, voor de zoveelste keer in dit artikel, slechts een gefundeerde gok.
En dan is er nog dit bordje aan de noordwestelijke ingang van het Martinikerkhof:
Qua stijl lijkt dit bord op het derde type dat ik in dit artikel heb laten zien – en het is net zo verbleekt. Anders dan de Nobel, op het derde type bord, is dit specifieke lettertype mij niet bekend. Wel is ook dit duidelijk een ontwerp dat de geest van de art-decoperiode (jaren 20/30 van de 20e eeuw) ademt. Het gaat weer om een vrij geometrisch lettertype waarbij de letters, voor zover mogelijk, zijn samengevoegd uit rechte lijnen, halve cirkels etc. Contrast tussen dikke en dunne delen van de letters is er nauwelijks; alle strepen lijken even dik. ‘S’ en ‘W’ zijn de letters die ik het meest apart vind: De ‘S’ valt op omdat de letter rechtsboven en linksonder compleet horizontaal verloopt in plaats van een buiging te maken naar respectievelijk onder of boven. De ‘W’ valt op omdat deze letter erg smal is terwijl die in een dergelijk lettertype zomaar anderhalf keer zo breed als andere letters zou mogen zijn. Ook op dit bord valt de kerning tussen de ‘W’ en de ‘A’ en tussen de laatste ‘A’ en de ‘T’ tegen; deze letters hadden best iets dichter bij elkaar mogen staan. De reden hiervoor is mij onduidelijk: als je dit bord goed bekijkt, lijkt het een houten bord te zijn waarop de letters – ongetwijfeld met behulp van sjablonen – handmatig zijn geschilderd of gespoten. Laten we daarom aannemen dat hier gewoon een beetje slordig is gewerkt. Ook in dit geval kan ik er geen uitspraak over doen wanneer het bord is geplaatst: niet vóór 1930, als we op het lettertype afgaan, maar dan weten we nog niet veel.
Wil je nog meer voorbeelden zien van alle borden en lettertypes die ik hier heb besproken? Voor de laatste twee gevallen gaat dat niet lukken want die zijn er volgens mij maar één keer. Van alle andere borden staan een aantal foto’s in de Flickr-collectie bij dit artikel. En nogmaals: als je meer weet over de borden, hun ontstaansgeschiedenis, de lettertypes die daarop zijn gebruikt, of als je een type bord hebt gezien waarop ik in dit artikel niet ben ingegaan, hoor ik het te allen tijde graag.
Pingback: Straatnaamborden in Groningen: de belangrijkste types | Isoglosse.